Schaakclub Emmeloord Schaakclub Emmeloord
  • Home
    • Archief
      • Uncategorised
    • Interne Competitie
    • Externe Competitie
    • Toernooien
    • Jeugd
  • Berichten en Nieuws
  • Competities
    • Interne Competitie
    • Externe Competitie
  • Contact
  • Agenda
  • Partijen

Home

Voor in de pauze (2021-2): de kamikazeloper

Gegevens
Frank Hoogenboom
Berichten
14 maart 2021
Hits: 100
Empty
  •  Afdrukken 
  • E-mail

Vorige week startte ik een nieuwe serie Voor in de pauze met een stelling uit het tweede deel van het Lehr- und Handbuch der Endspiele van André Cheron. 
De oplossing van de opgave die daarbij stond, luidt als volgt. 
De witte koning is opgesloten geraakt op a8 en de zwarte koning zal altijd proberen die opsluiting te handhaven. Dat lukt hem alleen als hij blijft pendelen tussen c8 en c7. Wit heeft een paard en de eigenaardigheid van de paardensprong is nu eenmaal dat hij in een volstrekte regelmaat nu eens op wit en dan weer op zwart staat. En daar ligt de clou: als wit de zwarte koning schaak zet wanneer deze op c8 of c7 staat, zal hij nooit kunnen winnen, want dan doet de koning exact wat hij graag wil: pendelen naar c7 (of c8). Maar als wit de pendelende koning niet schaak kan zetten, wint hij juist, omdat hij de koning dán zijn pendelveld (c8 of c7) kan ontnemen. De zwarte koning moet naar elders uitwijken en wit wint door Kb8, gevolgd door promotie van zijn a-pion. De stelling is dus remise als wit aan zet is (want dan zal hij de koning schaak zetten) maar gewonnen als zwart aan zet is. 
Nu dacht ik: hoe zou zo'n vreemde stelling nu kunnen ontstaan? Juist van mijn grote idool, Samuel Loyd, noemt Chéron in zijn handboek vervolgens de volgende studie waarin zoals vaker bij Loyd, niets is wat het lijkt. Kleine hint: 1. Lc6+ faalt op 1. .. Kg1 en zwart wint. Hoe het wel moet, laat ik volgende week zien.

Verder maak ik een start met een ander mooi thema uit deel 2 van Chéron, het eindspel van koning+loper+randpion tegen koning. Zoals bekend is dat gewonnen voor de sterkere partij als de loper het promotieveld bestrijkt. Dan kan hij de koning daar verjagen en vervolgens met steun van zijn eigen koning de pion tot promotie brengen. Heel anders wordt het als de loper het promotieveld níet bestrijkt. Dan houdt de koning-alleen remise als hij het promotieveld weet te bereiken. En om dat thema draait het in de stelling uit het tweede diagram, een studie van Troitsky uit 1896, nr. 763 in deel 2 van Chéron. Wit begint en wint! En wederom: onze loper offert zich graag op voor de goede zaak: de promotie van ons lief klein pionnetje! Oplossing volgende week.

Frank Hoogenboom

 

Voor in de pauze (2021-1): leren van Chéron

Gegevens
Frank Hoogenboom
Berichten
08 maart 2021
Hits: 109
Empty
  •  Afdrukken 
  • E-mail

Wat doe je als er geen speelavonden zijn? Als toernooien zich grotendeels beperken tot internet en je dat niets lijkt, terwijl je wel aan schaakstukken wilt zitten? Lang worstelde ik met die vraag maar sinds deze week weet ik het: je koopt tweedehands twee delen van André Chérons Lehr- und Handbuch der Endspiele en begint te lezen. 
Wat een weelde! Honderden bladzijden met eindspelstudies en -uitleg. Heerlijk, heerlijk. Komende tijd wil ik jullie meenemen door een aantal van die studies die me weer allerlei verrassende mogelijkheden van de schaakstukken laten zien.

In deze eerste aflevering een stelling die kennelijk van Chéron zelf afkomstig is. 

 

De vraag in deze stelling is: kan wit winnen? 

Volgende week kom ik met de oplossing!

Frank Hoogenboom

Hij doet dezelfde zetten als u en ik...

Gegevens
Frank Hoogenboom
Berichten
14 februari 2021
Hits: 134
Empty
  •  Afdrukken 
  • E-mail

"Hij doet dezelfde zetten als u en ik, alleen, hij wint ermee." Aan dit citaat over oud-wereldkampioen Smyslov moest ik denken, toen ik op de website van de KNSB het gesprek met Jorden van Foreest, de glorieuze winnaar van het Tata Steeltoernooi, terugkeek. Het citaat zal in zoverre juist zijn dat wij schakers allemaal binnen de regels van het spel onze stukken verplaatsen en die van anderen van het bord nemen, maar het verschil zit 'm dan net in dat éne goede idee op dat éne moment dat wij achteloos iets anders zouden hebben gespeeld. 

En toch... De winnaar bracht zijn toernooi als een aaneenschakeling van gelukjes, gepaard aan een toenemende dosis zelfvertrouwen. En is dát niet wat wijzelf ook als volstrekte amateurs meemaken? Het ene seizoen lijkt ons geluk onuitputtelijk, en slagen al onze riskante pionoffers, wilde aanvallen en subtiele verdedigingen, het andere willen we maar niet ontsnappen aan de man met de hamer en zien wij telkens net die éne zet in onze vooruitberekening over het hoofd. Van Foreest besprak een aantal hachelijke momenten waarvan ik me er twee herinner: zijn toreneindspel in de eerste ronde tegen Caruana dat hij maar ternauwernood remise hield ( "alle toreneindspelen zijn remise", volgens Averbach, maar misschien zijn sommige minder remise dan anderen?) en zijn bijna-fout tegen Duda waar zijn hand al naar het paard ging om op g2 toe te slaan, toen hij zag dat er een onderste-rijcombinatie in zat die hem pardoes de partij zou kosten. En hij noemde ook de momenten dat zijn voorbereiding precies dát opleverde wat hij ervan had verwacht. Al met al was een belevenis om zo het wel en wee van een winnaar te mogen horen. Hulde Jorden, hulde KNSB, dank ook aan Stefan Kuijpers, de anchorman die het geheel kundig in goede banen leidde en ons al het hele toernooi dagelijks een half uurtje door de ronde van dag meegenomen had.

Het gesprek gaf inzicht in hoe een grootmeester denkt, en eigenlijk wijkt dat niet eens zoveel af van de wijze waarop wijzelf stellingen beschouwen. Het grote verschil zit 'm zonder twijfel in snelheid, diepte en inschattingsvermogen, maar hoe vaak speel je een bepaalde zet níet omdat er dan een stelling ontstaat die je niet vertrouwt? En waarop is dat oordeel dan gebaseerd? Het viel me op dat zijn denkwijze daarin niet eens zoveel verschilt van de mijne, zijn denkkracht is een heel ander verhaal.... 

Tenslotte viel me nog één ding op: hij werkt hard aan zijn spel, nodig natuurlijk, maar hij heeft er ook plezier in. En dat laatste ervaar ik zelf ook. Niets zo leuk als achter dat bord zitten en je eigen ideeën (en tijdens een partij: ook die van de ander) tot leven zien komen. Inmiddels ben ik in de positie dat ik thuis permanent een bord kan laten staan. Altijd leuk om er een bepaalde stelling op te zetten en daar een aantal keren per dag even langs te lopen. Even de schoonheid van de stukken en de compositie op me in laten werken. Af en toe (we blijven amateurs hè?) even een stukje doorspelen en dan weer verder met mijn dagelijkse bezigheden. 

Het bord trekt. Nu nog een speelzaal waar we elkaar mogen ontmoeten...

Frank Hoogenboom

Voor in de pauze (8)

Gegevens
Frank Hoogenboom
Berichten
07 juni 2020
Hits: 767
Empty
  •  Afdrukken 
  • E-mail

Vanwege een interview dat ik 28 januari met de Noordoostpolder had, werden er vandaag foto's genomen bij mij thuis. De interviewer wilde er wel een schaakbord op. Daarom heb ik onderstaande stelling genomen en gezegd dat de oplossing op de website staat Daarom gaat deze aflevering van mijn pauzerubriek  van de lange vorige zomer hierbij even in de herhaling.
Deze week heb ik samen met Richard Bos een kort bezoek aan onze speelzaal gebracht om eens uit te meten hoe we een opstelling zouden kunnen maken die binnen de anderhalvemeterregel een redelijk aantal partijen mogelijk zou maken. Of dat tot een bevredigend resultaat leidt, zal ook afhangen van de exacte invulling die de regel straks krijgt. Daarvoor is het wachten nog op het definitieve protocol dat de KNSB met onze overheid overeenkomt, maar vooruitlopend daarop gaat ons bestuur zich komende week in de achtertuin van één van de bestuursleden beraden op deze unieke situatie. 

Voorlopig ga ik nog maar even voort met mijn pauzerubriek. 

Als altijd verschijnt de oplossing van het probleem van vorige week weer in de betreffende aflevering en hieronder een nieuw rondom het thema pen het paard. Groot materieel is onderweg, maar hoe gaat dat op de snelste manier tot mat leiden?

Frank Hoogenboom, 7 juni 2020: Wit geeft mat in vier zetten
Oplossing: opmerkelijk is dat alle pogingen falen om met grof geschut in 4 zetten klaar te zijn. Uiteraard moet eerst het pat worden ontweken, maar wat ligt er nou meer voor de hand dan door 1. Th1-g1 of desnoods 1. Ka7-b8 daar even voor te zorgen en vervolgens met 2. e7-e8D(+) snel toe te slaan? Helaas, dat blijkt niet te lukken! Er is maar één oplossing, en dat is: bescheidenheid.
Rob Kamminga zond me als reactie:

Altijd leuk, een minorpromotie!

 

1 d8L en nu [Pxgf6, Pe7, Ph6, R].

O 1 … Pgxf6 2 Lxf6#.

O 1 … Pe7 2 Lxe7#.

O 1 ... Ph6 2 Le7+ en nu [Pf8, Pg8, R].

OO 2 ... Pf8 3 Txh6+ Kg8 4 Txf8#.

OO 2 ... Pg8 3 f7 Kg7 4 fxg8D#.

 

Aardig aan de oplossing is dat er na 1. .. Ph6 en 2. Le7+ twee mogelijke paardzetten zijn die allebei op een andere manier tot het mat leiden.
Bij de constructie van het probleem ontstond een en ander min of meer bij toeval. De torens houden de paarden in toom, pion f6 was nodig om te voorkómen dat de zwarte koning meteen zou ontsnappen (maar daarna ook voor promotie met mat) en pion d7 om hulptroepen in te kunnen schakelen. Pas toen die er op stonden, besefte ik dat er ook nog een koning nodig was. En wat bleek: die hoort ook écht op a7 om te voorkómen dat Ta8 via a5 beslissend kan ingrijpen! Prettig moment als je ziet dat dat alles op z'n plek valt!

 

 

Pagina 2 van 4
  • Start
  • Vorige
  • 1
  • 2
  • 3
  • 4
  • Volgende
  • Einde

Login Form

Onthoud mij
  • Gebruikersnaam vergeten?
  • Wachtwoord vergeten?
 
 
 
 
 
Bootstrap is a front-end framework of Twitter, Inc. Code licensed under MIT License. Font Awesome font licensed under SIL OFL 1.1.