In de laatste ronde van de onderlinge competitie Urk-Emmeloord 2014-2015 speelde ik met zwart tegen Henk Valkema. Beiden konden we nog eerste worden. Bij winst zou ik dat ongedeeld kunnen zijn, bij remise zou ik met Timo Koffeman – die al uitgespeeld was – op de gedeelde eerste plaats eindigen. Bij verlies ging de eerste plaats naar Henk. Volstrekte amateurs als wij zijn, zat er natuurlijk wel wat spanning op de partij, maar niet zoveel dat mijn gemoed daardoor werkelijk negatief werd beïnvloed. Wel had ik me in de dagen voor de partij afgevraagd, hoe ik zou kunnen winnen. Al langer geleden was het me eens gelukt hem met zwart te verschalken, maar dat was pas gebeurd toen hij zijn prachtige paard op d5 zomaar had geruild en daarmee een koningsaanval toeliet. Bovendien opende hij toen met d2-d4, een voorzet die ik hem nadien zelden meer had zien spelen. Ik verwachtte dus e2-e4 en had het plan opgevat dat met Frans te bestrijden. De afgelopen tijd had ik dat vaker gedaan en eigenlijk beviel de opening me wel. Ik had er vanuit een verloren stelling mee gewonnen voor Urk en in de bekerfinale remise mee bereikt voor Emmeloord. Tegen Sneek, vorig jaar, leed ik er een pijnlijke nederlaag mee, maar ik wist ook dat Henk zich in deze opening graag bedient van de Nimzowitschvariant zonder e5. Dus dat maar eens nagekeken.

Henk Valkema – Frank Hoogenboom
Onderlinge Urk-Emmeloord, 7e ronde
28 april 2015
Franse partij

1. e4 e6  2. d4 d5  3. Pc3 Lb4  4. Ld3 
Eén van de twee zetten die ik had verwacht.  
4. .. dxe4  5. Lxe4 Pf6  6. Lg5 
Eén van de mogelijkheden die de theorie noemt. Het zou allemaal ongevaarlijk zijn. 
6. .. c5  7. dxc5 Dxd1+  8. Txd1 Pc6!? 
Hier was ik alweer vergeten wat de boekjes aangeven. Deze zet had kunnen volgen als wit geen Lg5 maar 6.Lf3 had gespeeld. Maar even goed lijkt het me geen slecht idee. Uiteraard niet 8. .. Pxe4 wegens Td8 mat. De theorie geeft Pbd7 waarna zwart iets beter zou staan, omdat wit het loperpaar verliest na bijvoorbeeld Lxf6, Pxf6, Lf3, Lxc5, Pge2, Ke7. Mijn overweging bij Pc6 was dat ik nu ofwel het loperpaar in handen krijg na bijvoorbeeld Lxc6+, bxc6 ofwel de pion op c5 met gunstig spel terugwin, ofwel de partijvoortzetting kan spelen waarin ik wit met een geïsoleerde tripelpion opzadel.
9. Lxf6 gxf6  10. a3 
Td3 zou met na Lxc5 geen problemen opleveren. 
10. .. Lxc3+  11. bxc3 Ld7  12. Pe2 f5! 
Een zet met meerdere voordelen: hij dwingt de loper tot een verklaring, maakt Th8 mobiel en houdt het paard van e4.  
13. Ld3  
Er was het nodige te zeggen voor Lf3 waarmee wit het oog houdt op c6 en b7, misschien wel de plek waar het voor wit moet gebeuren. Maar hij heeft andere plannen. 
13. .. 0-0-0 
Zwart moet bij b7 in de buurt blijven en ik wilde de mogelijkheid openhouden om met de koning op de tripelpion af te gaan. Ik kon nog niet weten hoezeer dat later in de cruciale fase van belang zou worden… 
14. f4  
Nu wit Ld3 heeft gedaan, was ook f3 met Pf4 of zelfs direct Pf4 een optie. Ik was nogal bevreesd dat het paard naar h5 en  g7 of f6 zou kunnen komen, maar Henk kiest een andere weg.
14. .. Thg8  15. Kf2 Pe7  16. Lc4! 
Had ik niet op gerekend. Ik was niet zozeer op weg naar d5, maar wilde mijn loper naar c6 overbrengen. Nu wit de lange diagonaal heeft verlaten, leek me dat een goede optie.
16. .. Lc6  17. Txd8+ 
Een moeilijk in te schatten alternatief was Pg3. Het paard kan er eerst nog niet weg, maar als het gaat, kan het via h5 dood en verderf zaaien. 
17. .. Kxd8 
Txd8 verwierp ik, omdat die zet de druk van g2 afhaalt en wit makkelijk kan opponeren met Td1. 
18. Td1+ Kc7  19. g3 Td8  20. Txd8  
Op Pd4 was ik Pd5 van plan, waarna het gelijk lijkt te staan: Td3, a6, Pf3, Pf6, Pe5, Le8.
20. .. Kxd8  21. Pd4 a6 
Hier bood ik remise aan. De stelling leek me gelijk. Henk weigert beleefd. Hij kan ook zonder risico doorspelen, dus waarom niet?  
22. Ke3 Kc7  23. Pb3 La4  24. Le2 Pc6  25. Lf3 f6  26. Lxc6 
Een belangrijk besluit. Het was misschien nog niet nodig de loper te ruilen, maar hoe moet wit anders verder komen? Zwart streeft naar e6-e5 en het paard kan niet makkelijk weg van b3. Na Pd4, Pxd4, cxd4, Lxc2 staat het gelijk.  
26. .. Lxc6 27. Kd4!? 
Origineel gespeeld! Ik verwachtte Pd4 waarna ik de stelling in evenwicht houd met Kd7!
27. .. Le4!  28. Pa1! 
Lijkt een grafzet, maar het paard zal uit de doden kunnen verrijzen. Ik rekende eigenlijk op Pd2, Lxc2, Pc4, Lb3, Pd6, maar in de nazit liet Henk zien dat dat wit niets oplevert na Ld5.  
28. .. Kc6 29. c4 h6 
Bedoeld als wachtzet. Daarvoor leek me h5 minder in aanmerking te komen, omdat ik dan na h4 weer degene ben die iets moet verzinnen. 
30. c3 e5+?! 
Wit heeft zijn tripelpionnen alle één veld opgespeeld waarmee ze dichter bij hun predator, de zwarte koning, zijn gekomen. Dus ik zie mijn kans schoon om ze op te peuzelen. Ik heb echter buiten de waard op g2 gerekend. Een alternatief was Lb1, Pb3, La2, Pd2! (Pa5?, Kc7, c6, b6! met voordeel voor zwart), Kc6, h3, h5, Pf1! (g4?, fxg4, fxg4, hxg4, Pe4, f5 en zwart wint), Lb1, g4, fxg4, fxg4, hxg4, Pxg4, e5+, fxe5, fxe5+, Pxe5, Kc7 met onduidelijk spel. 
31. fxe5 fxe5+  32. Kxe5 Kxc5  33. g4!  
Niet gezien in mijn vooruitberekening. Zwart verliest kostbare tempi.  
33. .. Kxc4  34. fxe5 Lb1  35. f6 Lg6  36. Ke6?! 
Volgens Nico Lemsom geeft de computer na Pc2 een score van +3. Ik zie nog niet zo goed waarom. Na Kxc3 kan volgen Pb4, Kb3 met gelijke stelling of Pd4, b5, Pc6, Kb3, Pb8, a5 en zwart moet het kunnen houden. Henk vertelde na afloop dat de tekstzet hem een eenvoudige winst leek op te leveren, want het zou zwart immers nog vele zetten kosten eer hij zijn vrijpion aan de overkant zou kunnen brengen. Dat viel tegen. 
36. .. Kxc3  37. f7 Lxf7+  38. Kxf7 b5  39. h4 a5  40. Kg6 Kb2  41. Kxh6 
Pb3 kost wit een tempo en helpt daarmee niets. 
41. .. Kxa1  42. Kg5 b4  43. axb4 axb4  44. h5 b3  45. h6 b2  46. h7 b1D  47. h8D+ remise.

 

Frank Hoogenboom