Het tweede speelde gelijk tegen Sneek IV, 4-4.
Jurjen Dedden had aan bord 1 een overwegende stelling maar kon de winst niet vinden: remise.
Shahbaz Alavi overrompelde zijn tegenstander op zijn manier en haalde het eerste punt binnen: 1-0
Leendert Plat had een pion meer, dacht een aanval op te zetten die hem winst op zou leveren, maar hij vergiste zich deerlijk wat hem een stuk kostte en even later de partij: 0-1.
Klaas van Meijeren creëerde zoveel vrijpionnen dat hij al zeer overwegend stond en toen zijn tegenstander ook nog een stuk weg gaf , had hij de buit binnen: 1-0
Peter Weijs' partij bleef in evenwicht, terecht remise.
Wim Bonnee bouwde langzaam maar zeker een gewonnen stand op en toen zijn tegenstander met zijn koning aan de wandel ging was het snel gebeurd: 1-0
Anton Bakhuijsen verblunderde helaas in een gelijk opgaande partij een stuk wat hem de partij kostte: 0-1 
Bij Mart Bron gebeurde er de hele partij niets en in alles leek het remise te worden, maar toen hij de kwaliteit verloor ging het snel bergafwaarts: 0-1.
Door het wat onfortuinlijke gelijkspel zal het tweede in de laatste ronde, op 14 april in Steenwijk, nog flink aan de bak moeten om te voorkomen dat het op één van de degradatieplaatsen eindigt.
 
Meep Bouw en Frank Hoogenboom

De slechte vorm van ons eerste dit seizoen kwam weer pijnlijk aan het licht tegen gedoodverfde degradant Schaakwoude II. Hoewel de overwinning misschien nooit in gevaar was, was het aan vele borden niet om aan te zien wat onze mannen presteerden. De goeden niet te na gesproken natuurlijk. Tiemen de Jong, bijvoorbeeld, had aan bord 6 een prettige avond, toen hij al vroeg het premature d5 met Lb5+ en e6 kon afstraffen. Ook Tromp Willem van Urk kon aan bord 8 al gauw op groot voordeel bogen. Hij versmaadde zelfs een kwaliteit in ruil voor een pion en kreeg het nog even benauwd toen zijn tegenstander zijn koning leek te bedreigen. Tenslotte kon hij echter met zijn toren de zwarte stelling binnendringen waarna de winst een kwestie van tijd was. Timo Koffeman, bord 2, leek vanuit de opening te gaan winnen. Zwart stond ingesnoerd, maar toen wit het lepe Dg7! over het hoofd zag, moest hij nog hard werken om het punt binnen te halen.

Daarmee was het zoet der overwinningen op. Aan bord 1 kon Rob Kamminga nooit aantonen dat zijn openingskeus enige meerwaarde had: remise. En aan bord 3 had Henk Valkema van allerlei mooie wendingen in gedachten die een stuk op hadden kunnen leveren, maar was het juist de witspeler die met een pion meer het paardeindspel inging. Gelukkig hield Henk dat bekwaam remise. Het verlies van Nico Lemsom, bord 5, tekende zich al spoedig af, toen hij wit de gelegenheid gaf naar d6 door te stoten met een pion en tegelijkertijd de zwarte pion op e5 onder schot te nemen. Met een toren achter speelde hij nog een tijdje door, maar toen was al duidelijk waar het heen ging. Frans Brouwer had het aan bord 7 ook al niet eenvoudig. Lange tijd leek hij Nico achterna te gaan, vooral dankzij de zwakte van e6 en de precaire positie van zijn koning, maar hij slaagde erin zoveel stukken te ruilen dat er een remise-eindspel overbleef. Ondergetekende waren op verzoek de witte stukken toebedeeld. Aanvankelijk maakte ik die keuze van de teamleider meer dan waar. Jazelfs zag ik de winnende combinatie van zetten. Toen ik het echter met T1h6?? in plaats van Lh5 volkomen verkeerd deed, gaf ik geen cent meer voor mijn kansen. Gelukkig zag ook mijn tegenstander niet dat hij de toren gewoon kon nemen en speelde de wanhoopszet Pf4?? Merkwaardig genoeg greep ik direct na deze ontsnapping nogmaals finaal mis met T7h6?? waar Txf6 direct had gewonnen. Na dit foutenfestival resteerde een eindspel van 2 paarden tegen toren en pion dat op remise uitliep. 

Een avond dus met 2 goede winstpartijen, één wat moeizamere, één correcte remise, 3 ontsnappingen en één nederlaag, totaal 5-3. Rest nog de slotronde op 14 april tegen Steenwijk. 

Frank Hoogenboom

Het tweede verloor met 5-3 in Lemmer, concurrent om een plaats in de middenmoot.

De eerste avond, 19 februari, trad een viertal aan in Lemmer voor de "eerste helft" van de wedstrijd.

Shahbaz Alavi trof aan bord 1 een oude bekende van Emmeloord: Frank B Frankema. Onze man offerde een toren voor de aanval die uiteindelijk niet doorsloeg. Leendert Plat (bord 3) kwam goed uit de opening maar Jan Holtrop wist van geen wijken en de partij werd terecht remise. Wim Bonnee (bord 4) speelde een vrijwel gelijk opgaande partij, maar in het eindspel bleek zijn tegenstander Beetsma net iets handiger, dus: verlies. Marten van Asperen (bord 8) had steeds de betere papieren tegen De Boer en leek te gaan winnen. Helaas liet onze man een toren instaan dus even later capitulatie.

De tweede avond, 26 februari, speelde Peter Weijs aan bord 5. Met wit bouwde hij een winnende aanval op. Door een paardoffer kon hij met een toren en dame achter zijn linie komen. Helaas overzag hij dat zijn toren werd aangevallen waarna hij met twee stukken achter de vlag moest strijken. Daarmee was de wedstrijd voorbij. Omdat Jurjen Dedden (bord 2) en Mart Bron (bord 7) hun partijen wonnen en Anton Bakhuijsen remiseerde aan bord 6, kwam de eindstand op 5-3 voor Lemmer.

Emmeloord II staat nu met 2 punten vijfde in de klasse 2B en zal in de laatste ronden tegen Sneek IV en Steenwijk II nog aardig aan de bak moeten om degradatie te voorkomen.

 

Leendert Plat / Frank Hoogenboom, met dank aan Peter Weijs

Ons bekerteam heeft voor de tweede keer in drie jaar de finale van de Berend Nautabokaal bereikt door Steenwijk met 2,5-1,5 te kloppen. In een bepaald enerverende wedstrijd was het vooral bord 1 dat de aandacht trok. Maar daarover zo dadelijk meer. 

Nico Lemsom bezette deze keer bord 4 en hij kweet zich met wit behoorlijk van zijn taak. Met de vervaarlijke opstoot e5! maakte hij het Marcus Pliester zo lastig dat die veel tijd verbruikte zonder zijn problemen werkelijk op te lossen. Uiteindelijk besloot zwart tot een vlucht met de koning naar de damevleugel waar hij ook al niet veilig bleek. Nadat aldaar lijnen waren geopend overschreed de Steenwijker in verloren stelling de bedenktijd.
Een mooi begin, zou je denken, maar aan de andere borden verliep de strijd allerminst naar wens. Aan bord 3 werkte ondergetekende zich aardig in de nesten door de opstoot e6 toe te laten. Weliswaar kwam ik een pionnetje voor, maar Michiel Rensen had een ijzersterk paard op e4 geposteerd en viel met zijn torens binnen over de d-lijn. Ik bereikte nog een toreneindspel met een pion minder, maar dat bleek glad verloren. 
Geen nood, want terwijl deze zeperd zich openbaarde leken de zaken aan het tweede bord voor Timo Koffeman crescendo te gaan. Ook hier een ver opgerukte e-pion (e6) die bovendien nog door de f-pion werd ondersteund. Nadat de g- en h-pion van zwart (Henk van Dijk) waren opgeruimd, leek de winst slechts een kwestie van tijd. De geslepen Steenwijker viel echter met zijn dame de witte stelling binnen en slaagde erin enkele stukken te ruilen waarna een toreneindspel ontstond dat ineens heel slecht stond voor wit. Op de website van Steenwijk (http://www.schaakclubsteenwijk.nl/) legt Henk van Dijk ons uit dat de computer zelfs een fraaie directe winst zag na Tc5? Afijn, de computer deed gelukkig niet mee en Timo werden een lange en taaie verdediging en mogelijk zelfs een pijnlijk verlies bespaard toen hij even later plotseling de torens kon ruilen en een remise pionneneindspel overbleef. 
Alles hing nu dus af van de partij op bord 1, waar Rob Kamminga de zwarte stukken had geloot. Lange tijd leek er weinig aan de hand en leek de partij op een snelle remise uit te lopen. Plotseling kon Rob wit (Auke van Urk) echter een kwaliteit afhandig maken waarna de zon weer begon te schijnen voor de man uit Creil. Een kort moment van onachtzaamheid kostte hem echter een volle toren en leverde een glad verloren eindspel met 2 machtige lopers van wit tegen een hulpeloze toren van zwart. De klok tikte echter ook door en dat begon een rol te spelen. Misschien wel daarom zag iedereen behalve de witspeler dat hij enkele zetten lang met Lg7! onmiddellijk kon winnen. Daarna ging het van kwaad tot erger: b4 i.p.v. bxa5 en als klap op de vuurpijl een d-pion van zwart die zomaar kon doorlopen. 
Aldus sloegen we twee vliegen in één klap: de winst was alsnog binnen en we hoefden niet te vluggeren. 
En uw verslaggever kwam eraf met een milde straf: met blote voeten naar bed.

Frank Hoogenboom

Het eerste beleefde een makkelijke avond in Harlingen waar de plaatselijke combi met Franeker werd verslagen met 6-2: tegenover vier remises stonden even zovele overwinningen.

Timo Koffeman had op de maandag vooruitgespeeld en de toon al gezet door met wit Willem Kuiper zoek te spelen. Of beter gezegd, Willem speelde zichzelf zoek door een al te drieste aanpak van de opening. Pas toen stukverlies niet te vermijden was, dacht hij lang na.
Nadat één van onze auto's op de beruchte vrijdag de 13e getuige was van een aanrijding in nota bene plaats van handeling Harlingen, en de laatste gasten uit ons deel van het Heerenlogement waren verjaagd, ontspon zich de ongelijke strijd. Nico Lemsom, bord 4, was als eerste klaar: zijn tegenstander gaf dromend van mat een stuk om vervolgens te moeten constateren dat het mat in geen velden of wegen te bekennen viel. Vervolgens noteerden we een gelijkspel bij Henk Valkema, bord 3, die nu eens niet - zoals zo vaak dit seizoen - in zijn eigen mes wenste te lopen tegen Cees Banning. Intussen had Jacob de Jong, die ook weer eens mocht aantreden van onze strenge keuzeheer, aan bord 8 een prettige stelling opgebouwd en een pionnetje meegesnoept. In gewonnen stelling kwam daar ook nog een toren bij. Ondergetekende raakte aan bord 2 in de moeilijkheden tegen Herman de Vries. In een onregelmatige Siciliaan had ik zowat al mijn stukken op de verkeerde velden staan, toen mijn tegenstander plotseling remise aanbood. Hij bleek net als Henk de ervaring te hebben dat hij in de tijdnoodfase dit seizoen vaak zijn stelling had opgeblazen. Ik blij. Rob Kamminga bereikte in een Fransman tegen Derk Drukker aan bord 1 niet al teveel, maar dat was dus ook niet nodig: remise. Voor Frans Brouwer had er aan bord 7 toch wel wat meer in gezeten. Hij sloeg een koningsaanval af en leek zelf door te drukken toen er plotseling remise werd gegeven. Als laatste was Johan ten Napel klaar. In de opening gaf hij al snel een kwaliteit waarna zijn lopers over het bord heersten. Hij had diverse afwikkelingen waarbij hij de dames op een voordelige manier kon ruilen en wat hij deed liet wit eigenlijk kansloos. Die kwam nog een heel eind door op het juiste moment de kwaliteit terug te geven, maar verslikte zich toen plotseling met Kc3? b4!+ met stukwinst. De terugweg over Kimswerd, Arum en Witmarsum was mooi.

Frank Hoogenboom