Ons bereikte het droevige bericht dat ons gewaardeerde oud-lid Mart Ekhart 18 mei jongstleden is overleden op de hoge leeftijd van 85 jaar. Mart was zoveel jaar lid van onze vereniging dat ik niet eens meer weet wanneer hij is begonnen, maar uit het feit dat hij al in 1963 docent lichamelijke opvoeding werd aan het Emelwerdacollege in Emmeloord kan ik wel afleiden dat het heel lang moet zijn geweest. Hij maakte ook de gloriejaren van de club mee en speelde mee in het team dat in de jaren '70 kampioen werd van de Friese Schaakbond. Leendert Plat noemt voor dat team verder de namen van Van der Vorm, Teesink, Rheberngen, Valkema, Plat, Gerritsma, Visser, Zee, Van Urk en Stomphorst en, zoals hij me schrijft, er schijnt ook ergens een foto van deze krachtpatsers te zijn! Ik houd me daarvoor aanbevolen!

Ik herinner me Mart als een beminnelijk mens die altijd oprechte belangstelling voor ieders wel en wee had. Er zou hem zelden of nooit een onvertogen woord over de lippen komen. Zo was hij ook als schaker. De anekdote gaat dat hij in zijn latere jaren, toen een opkomende doofheid hem steeds meer hinderde, in een partij voor het tweede team eens een gewonnen stelling tegen Jarigh Lont had bereikt op het moment dat die iets tegen hem zei. Mart dacht dat hij opgaf en stak zijn hand uit. Toen hij daarna moest vernemen dat Lont hem remise had aangeboden, was hij niet te beroerd om dat feit te accepteren! 

Mart had de gewoonte zijn partijen te nummeren. Zijn laatste partij, gespeeld bij zijn afscheid van de club in mei 2019, kreeg het nummer 1401! Bij zijn afscheid gaf hij aan Leendert Plat een envelop waarin een partij zat die hij ooit in een simultaan had gespeeld tegen Jan Hein Donner. De notatie ervan heb ik op de partijenpagina gezet te zijner nagedachtenis. Zijn poging de grote man in verwarring te brengen, mislukte jammerlijk, maar dat zal hem vast niet hebben gedeerd, anders zou hij de partij niet aan de vergetelheid ontrukt hebben. 

We wensen zijn familie sterkte met het verwerken van dit verlies.

Frank Hoogenboom

Vorige week toonde ik een opgave uit het prachtige Lehr- und Handbuch der Endspiele van André Chéron waarin de witte koning me twee pionnen het opneemt tegen een koning met paard. Als aanwijzing gaf ik dat het paard zal proberen veld b8 te bereiken vóórdat de koning dit veld kan bestrijken en dat het dus aan wit is te verhinderen dat het zover komt. Hier volgt de oplossing:

De eerste zet ligt redelijk voor de hand: 1. Kd5 Na 1. Kc5 maakt zwart remise met Pe5 2. Kd6 Pc4+xb6 of 2. b7 Pd7+ en Pb8 en ook 1. b7 werkt niet na Pe5+ 2. Kd5 Pd7+ en Pb8 remise 1. .. Pe5 Belangrijk is dat zwart te laat komt na de alternatieven 1. .. Pe3+ 2. Kc5 en 1. .. Pf6+ 2. Kc6 en de b-pion loopt door. De vraag is echter, zoals zo vaak: wat nu? Op 2. Kd6 zou weer Pc4+xb6 volgen en op 2. b7 Pd7 en Pb8 met remise. En hier begint, klein maar fijn, de opmars van onze gladiator op g2! 2. g3+ Kf5 3. g4+! De eerste verrassing: na 3. .. Pxg4 volgt 4. b7 en wint en de koning kan niet slaan omdat het paard dan valt. 3. .. Kf6 Ook na 3. .. Kf4 zou de pion met 4. g5 Kf5 5. g6! onverstoorbaar zijn opmars voortzetten. 4. g5+ Kf5 5. g6! Kf6 Zwart kan de pion telkens maar níet slaan omdat dan het paard valt of de b-pion doorloopt. 6. g7 Kf7 7. g8D+ en wit wint! Een beter voorbeeld van de kracht van de pion is niet te vinden!

Inmiddels horen we uit Den Haag berichten dat er weer versoepelingen aankomen en als het zo doorgaat, kunnen we ons erop voorbereiden dat we wellicht elkaar in het nieuwe seizoen weer in de Ontmoeting kunnen treffen waarbij waarschijnlijk vrijwel eenieder die dat wil, gevaccineerd kan zijn. Ook de Schaakbond heeft gemeld dat we op zich binnenkort weer binnen zouden mogen schaken. Helaas is het nu net einde seizoen én de Ontmoeting blijft vooralsnog gesloten. Maar, wat in het vat zit verzuurt niet! Ik zie ernaar uit jullie weer te treffen achter het bord! Tot die tijd zal ik deze rubriek nog even voortzetten. Reacties via de mail blijven welkom.

Frank Hoogenboom

Vorige week liet ik een studie uit deel 2 van het Lehr- und Handbuch der Endspiele van André Chéron zien. Opmerkelijk is dat ik in het boek niet heb kunnen vinden wie de componist van deze studie is. Maar de vraag was dus: waarom wint Kb4 niet en wat wint er wél? Hieronder het antwoord.

 

In de prachtige eindspelboeken van Chéron staat ook een hoofdstuk over de strijd tussen de koning+pionnen en koning+paard. De eerste studie die erin staat is al meteen een juweeltje. Wit speelt en wint, en zoals de grote Cruyff het placht te zetten: wat de kop van dit artikel betekent, ga je pas zien als je het doorhebt. Zwart zou zich kunnen redden door met zijn paard veld b8 te bereiken vóórdat de witte koning het kan afdekken. De vraag is op welke ingenieuze manier wit kan verhinderen dat het paard daar aankomt!

Uit Chéron Lehr- und Handbuch der Endspiele, deel 2 2e druk, studie nr 804

Wit: Kc4, pionnen b6 en g2
Zwart: Kf4, Pg4
Wit speelt en wint
Henri Rinck, Basler Nachrichten 20-2-1937

 

Frank Hoogenboom

Vandaag is het kandidatentoernooi in Jekatarinenburg hervat. Heerlijk om dat weer te volgen via internet, rechtstreeks of in de dagbeschouwing van Stefan Kuipers via Schaken.nl of het twitchkanaal van de KNSB.
Ik gebruik de maandagavond die nu vrijvalt doordat we elkaar niet kunnen ontmoeten, om in de eindspelencyclopedie van André Chéron weer zo'n pareltje op te zoeken. Vandaag kijken we weer naar de ondoorgrondelijke wegen van het paard:

 

Deze stelling, nummer 802 uit het genoemde boek, is verrassend genoeg gewonnen voor wit, ongeacht wie er begint! Volgende week geef ik de oplossing, voor nu 2 hints: 1. Kb4 wint níet en 2. zwart kán mat in de hoek!

 

Frank Hoogenboom