Komend weekend begint het Tata Steel - toernooi in Wijk aan Zee. Net als vorig jaar zullen alleen de profs in actie komen en kunnen we het toernooi alleen via het internet beleven. Extra spannend lijkt me dit jaar wel of alle deelnemers die zijn uitgenodigd, ook achter het bord kunnen en mogen verschijnen én of geen van hen tijdens het toernooi alsnog in quarantaine zal moeten. Over toestanden zoals met Novak Djokovic in Australië heb ik niets gehoord, dus we mogen aannemen dat het meevalt. Onze helden van vorig jaar, Jorden van Foreest en Anish Giri, doen weer mee en ook de wereldkampioen geeft acte de présence, al met al is het deelnemersveld weer van het hoogste niveau. Ook de tweede groep belooft spektakel met een aantal frisse jonge spelers en de nodige Nederlandse inbreng.

Met veel plezier denk ik terug aan de jaren dat ik me tussen het publiek in de sporthal of in de belendende commentaarzaal kon begeven. Het was voor de organisatie altijd wat lastig goed in te schatten wat de beste plek voor de commentaarzaal zou zijn. Ik heb wel commentaar gevolgd in een tent op de gezamenlijke weide midden in het dorp, niet echt ideaal vanwege de temperatuur natuurlijk. En de laatste keer dat ik er was, was het weer zoeken naar een plek in het café naast de speelzaal. Ook de basisschool aan de andere kant van de speelzaal is wel eens als commentaarplek gebruikt en ook daar was het zoeken naar een plekje tussen de samengestroomde liefhebbers. Eenmaal heb ik een "prijsje" gekregen van commentator Hans Böhm. Ik herinner me dat dat helaas niet voor een lumineus idee was, maar juist voor een zet die bepaald níet aan te bevelen was...
Relatief de beste plek voor het commentaar vond ik de wat grotere school die enkele honderden meters van de speelzaal verwijderd is. Bij aankomst parkeren rond of op de weide, even naar de speelzaal, alle partijen zo eens langslopen en dan na pak 'm beet een uur aan de wandel naar de commentaarzaal. Zoiets was altijd een goed idee, behalve de keer dat ik met een kokende motor in Wijk en Zee aangekomen was en mijn auto op een kilometer van de commentaarzaal stond. Toen de wegenwacht me belde, was er plotseling een niet op hardlopen geklede jogger in het dorp te bekijken. Een bijzondere ervaring, dat mag ik wel zeggen.
Eén keer had ik mijn dochters meegenomen en in Beverwijk bij de Bazar afgezet. Daarvan was het nadeel dat zij om 6 uur natuurlijk wel weer opgehaald wilden worden, terwijl er eigenlijk altijd wel een eindspel is dat ik, ook na het vertrek van de commentator, in de speelzaal graag nog wel wil volgen. Ook toen was dat het geval, maar mijn belofte om naar de Chinees te gaan, ging uiteraard voor. De Chinees in Beverwijk waar we terechtkwamen, kan ik overigens niet aanbevelen, behalve voor afhalen. Het restaurant zag eruit alsof het er alleen was om verdwaalde gasten te dienen en de kinderen van de uitbaters hadden er meer ruimte dan wij. Maar ach, de prijs zal er ook wel naar geweest zijn.

Ik ben niet alle jaren van de partij geweest als toeschouwer in Wijk aan Zee, hoor. Heel aardig was ook dat ik enkele jaren geleden met Rob Kamminga, Henk Valkema en Nico Lemsom een toernooidag meemaakte door bij het bedrijf van Henk's zoon op een groot scherm de partijen via het internet te volgen en ze tegelijk samen te analyseren.

Vorig jaar heb ik ook erg genoten van de uitleg die Stefan Kuijpers via Twitch dagelijks verzorgde. Zeer aan te bevelen! Op de site van de schaakbond kun je zien wanneer het Twitch-kanaal in de lucht is. En dit alles kan ik allemaal rustig opschrijven, omdat we de maandagavonden nog wel enige tijd van live tegen elkaar schaken verstoken zullen blijven. 

Blijf gezond en tot spoedig ziens!

Frank Hoogenboom

 

 

De beste wensen voor het nieuwe jaar, allereerst. Laten we hopen dat we elkaar spoedig weer achter het bord kunnen treffen. In de tussentijd moeten we het doen met wat terugblikken of blikken op het scherm waarachter onze tegenstanders ook zitten te turen. 
Mooie herinneringen bewaar ik aan onderstaande partij uit 2013. Als winnaar van de FSB-beker hadden we ons in dat jaar het recht verworven in de KNSB-beker mee te doen en in de eerste ronde moesten we aantreden tegen Staunton uit Groningen. Het werd een lange avond, niet alleen door de lange rit, maar ook doordat het na de regulieren partijen 2-2 stond. Wijlen Henk Valkema had ons eeuwige roem kunnen bezorgen als hij zijn voordeel van een dame tegen het loperpaar had kunnen verzilveren. Bekend is dat dat niet zo eenvoudig is, en hij slaagde helaas niet. Vermoeid als we waren, verloren we daarna het vluggeren met 4-0. 

Ikzelf had over enig geluk niet te klagen, maar het moet gezegd dat ik het ook wel enigszins afdwong. De varianten na mijn 22ste zet zijn de moeite waard!

Donkere dagen voor Kerst zijn het zeker dit keer! We zaten al binnen en omikron hielp ons nog verder de drempel over... Hopelijk gaat het in het nieuwe jaar snel weer beter, maar zo snel als in onderstaand diagram zal de overwinning op het virus toch niet komen. De stelling kreeg ik toegestuurd van Matthijs Lijnema die hem weer van chess.com had. 

De opgave is dat u, met wit, mat geeft in 7 zetten. Volgende week, na Kerst dus, de oplossing.

 

 Frank Hoogenboom

 

Vorige week liet ik een opgave zien waarin wit in 7 zetten mat zet. Hier is de oplossing: wit wint met het hardhandige 1. Lh6+! Na het gedwongen 1. .. Kxh6 krijgt wit de kans met de dame beslissend in te grijpen: 2. Dd2+ Kg7  2 3. Dg5+ Kf8  4. Dxf6+ Ke8 en nu maakt wit het krachtig af met 5. Lf7+ Kf8  6. Lg6+ Kg8  7. Df7 mat! Als je beginstelling ziet, zou je niet zeggen dat enkele zetten later de dame op f7 mat geeft!

Naar aanleiding van zijn partij tegen Donner die Nico Lemsom me 2 weken terug stuurde, ben ik ook eens even gaan graven in mijn archief waaruit ik de eerste partij opdiepte die ik ooit bij een vereniging speelde, namelijk op 21 maart 1975 in Zeist. Ik heb de partij ergens in mijn eerste schaakjaren eens becommentarieerd en met mijn kennis van nu én Fritz er opnieuw naar gekeken. Hierbij de partij met mijn strenge oordeel van destijds, tussen haakjes () mijn aanvullingen van nu en daarnaast de varianten van Fritz.

Nu het er naar uitziet dat we voorlopig nog wel verstoken zullen blijven van onze wekelijkse clubavonden, is het bepaald prettig dat mijn goede collega Nico Lemsom me verblijdde met een partij en verhaal uit de oude doos, namelijk zijn winst op Jan Hein Donner in een simultaan die hij gaf in Emmeloord in 1975. De partij heeft een connectie met het heden, de laatste partij uit de tweekamp Carlsen - Nepomniatsji, namelijk een pionnenblokje in het centrum en complicerend spel van de ene speler, terwijl de ander de eenvoud zoekt. Maar waar de uitdager van afgelopen week geen succes had, had de uitdager dat in die bewuste V&D-simultaan in Emmeloord wel!

Nico schrijft over deze partij én de simultaan: "Toen ik aan het bladeren was in oude krantenknipsels vond ik een verslag van Jan Visser. Toenmalig voorzitter van de Schaakclub.
In “Het Nieuwe Land” werd door Visser verslag gedaan van het bezoek van Donner en Withuis aan de schaakclub op maandag 17 februari 1975.
Dit in het kader van de V&D simultaanseances, dat waren nog eens tijden!

 Withuis speelde tegen 32 schakers uit Emmeloord en omstreken. Hij verloor er 3 en speelde twee keer remise, winnaars waren Buys en Glebbeek van Schaakclub Emmeloord en Ten Have uit Lemmer. Remise speelden Speelman uit Emmeloord en de Vries uit Lemmer. Een mooie score van 87,5 %.

Donner speelde een kloksimultaan tegen 12 tegenstanders. Dat waren: Bouw, Ekhart, Stomhorst, Frankema, Zee, Valkema, v.d. Vorm, Teesink, Lemsom, Boschma, Hornstra, en Visser.
Donner won er 9 speelde remise tegen Hornstra uit Steenwijkerwold en verloor van Boschma uit Lemmer en van Lemsom. Een matige score van 79,17 %.
Mijn partij tegen Donner [zie boven; FH] was nogal vreemd, hij liet zich veel te gemakkelijk een stuk afpakken waarna hij snel kon opgegeven.

Het was zeker gezellig om nog even na te praten.
En toen kwam o.a. de partij van Brown tegen Sosonko aan de orde, die in het Hoogoventoernooi werd gespeeld. Die partij werd remise maar er moest ergens winst voor wit in zitten.
Een van de omstanders stelde toen voor om 21. Dd2-c1 te spelen. Donner schreef daarover in de Volkskrant van dat weekend. Omdat hij natuurlijk niet wist wie die zet had voorgesteld laat ik dat hierbij weten, het was Pieter Faber."


Dat een schaker uit de polder in een landelijke krant verschijnt, was op zich natuurlijk al bijzonder. Maar er is nóg iets bijzonders aan de hand met dit geval! Ik herinner me de partij die Donner bespreekt! Vorige week vertelde ik al dat ik in de loop van mijn middelbare school het schaken weer opgepakt had en in die tijd had ik ook de gewoonte geannoteerde partijen te verzamelen en in een plakboek te doen. En laat nou net op de eerste bladzijde van dat boek de partij tussen W. Browne en G. Sosonko besproken worden! De winnende zet Dc1! die Pieter Faber aan Donner voorstelde, komt er niet in voor. In plaats daarvan staat er als conclusie: "Zwart heeft nu twee paarden voor de dame. Dat is theoretisch natuurlijk onvoldoende. Hij dient er in elk geval nog een pion bij te winnen doch vooral het initiatief te handhaven. De gegeven positie werd in de perskamer koortachtig geanalyseerd. Na bijvoorbeeld 21. Tc1 zou 21. .. b5 felle aanvalskansen bieden. Echter heet wit in de zet 21.h4, - een zet die Sosonko vreesde - een prettig alternatief. Hoe dit zij, wit accepteerde remise. Hij moest nog 20 zetten doen in 10 minuten, dat karwei durfde hij niet aan." Blijkbaar had de opening Browne enorm veel tijd gekost, niet vreemd overigens, want Browne was een notoire tijdvreter. Ook hier weer een connectie met de net afgelopen tweekamp om de wereldtitel: ook daar werd weer met een heuse tijdcontrole gespeeld. 

Frank Hoogenboom